)
Advocaatkosten bij Exit-mediation
Kunnen de advocaatkosten (juridische kosten) van de werknemer onder de Werkkostenregeling (WKR) onbelast worden vergoed door de werkgever?
19-8-2024
4 min. leestijd
Werkkostenregeling
Sinds 1 januari 2015 is de werkkostenregeling (WKR) voor alle werkgevers van toepassing. De WKR houdt kortgezegd in dat alle vergoedingen en verstrekkingen van de werkgever in het kader van de dienstbetrekking loon zijn. Sommige loonbestanddelen kunnen worden aangewezen als een gerichte vrijstelling, zoals de vergoeding van € 0,19 voor zakelijke reiskosten. Andere loonbestanddelen treffen een zogenaamde nihilwaardering.
Als geen gerichte vrijstelling voorhanden is of er geldt geen nihilwaardering, dan kan de werkgever het loon aanwijzen als een eindheffingsloonbestanddeel en ten laste brengen van de zogenaamde vrije ruimte. De vrije ruimte bedraagt 1,2% van het fiscale loon van de werkgever. De werknemer ontvangt het loon netto, omdat de belasting bij eindheffingsloonbestanddelen voor rekening komt van de werkgever. De werkgever is, mits de vrije ruimte niet volledig is benut, geen 80% eindheffing verschuldigd.
Juridische kosten
Vóór de invoering van de werkkostenregeling was het mogelijk de werknemer een vrije vergoeding toe te kennen met betrekking tot zijn juridische kosten bij ontslag. Onder de werkkostenregeling is deze vrije vergoeding niet teruggekomen als gerichte vrijstelling. Dit betekent dat als de werkgever deze post netto wil vergoeding, de vergoeding loon is van de werknemer. De vraag is of de vergoeding kan worden overgeheveld naar de vrije ruimte van de werkkostenregeling (1,2% forfait). Probleem is dat in de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB) staat dat loon (in casu de vergoeding of verstrekking) alleen kan worden aangewezen als eindheffingsloon indien en voor zover sprake is van loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. Echter, uitkeringen en vergoedingen in het kader van ontslag zijn geen loon uit tegenwoordige dienstbetrekking, maar worden fiscaal aangemerkt als loon uit vroegere dienstbetrekking, omdat tegenover het loon geen directe tegenprestatie staat. Dat zou betekenen dat de vergoeding van advocaatkosten niet kan worden overgeheveld naar de vrije ruimte.
Belastingdienst
Om dit probleem voor de praktijk op te lossen is er in het Handboek loonheffingen 2016 een handreiking voor de praktijk opgenomen. De handreiking houdt in dat onder voorwaarden de vergoeding van advocaatkosten wél ten laste kon worden gebracht van de vrije ruimte van de werkkostenregeling, ondanks dat de wet daarvoor geen voorziening geeft. De vergoeding van advocaatkosten kan vallen onder de vrije ruimte indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: (i) de vergoeding van advocaatkosten vindt gelijktijdig plaats met uitbetaling van het reguliere salaris en (ii) aan de zogenaamde gebruikelijkheidstoets is voldaan. Ad (i). Als de werkgever de werknemer naast loon uit vroegere arbeid ook loon betaalt, waarop de arbeidskorting van toepassing is, mag de werkgever het loon uit vroegere arbeid aanwijzen als eindheffingsloon als aan de gebruikelijkheidstoets is voldaan. Kortgezegd betekent dit dat als de vergoeding wordt uitbetaald in hetzelfde loontijdvak dat ook loon uit tegenwoordige dienstbetrekking wordt uitbetaald, al dan niet in combinatie met de eindafrekening van vakantiebijslag en vakantiegeld, de vergoeding toch kan worden aangewezen als eindheffingsloon. Hierbij zal uiteraard tevens rekening moeten worden gehouden met de “anti-misbruik” bepaling in de Wet LB, waarmee men doelt op de voorwaarde dat het aanwijzen van een dergelijke vergoeding niet ongebruikelijk is. Ad (ii). De vergoeding is volgens de belastingdienst niet ongebruikelijk als de vergoeding maximaal € 2.400 (2018) bedraagt.
Wij lossen jouw conflict op
Elk conflict is anders en wij helpen je graag verder bij het maken van de juiste keuzes. Zin om kennis te maken? Wij maken graag een afspraak voor een persoonlijk gesprek of een videocall.